Het zijn vooral schommelstoelen die deze regel bevestigen. Sella rocking stool is een soort discussiestuk waarmee Achille en Pier Giacomo Castiglione in 1957 de vraag stelden; 'waarom zou een fietszadel niet prima kunnen passen in een modern interieur '? Na bijna zestig jaar ziet het krukje er nog altijd hip uit. Toch lijkt 't vooral handig voor rusteloze mensen tijdens een telefoongesprek, die niet kunnen beslissen of ze willen zitten of staan.

De gekromde vlakken en vloeiende lijnen van Frank Gehry kennen we van het beroemde Guggenheim museum in Bilbao. De complexe vormen van dit prachtige gebouw werden mogelijk door computer- simulaties en 't gebruik van het onconventionele titanium. Gehry begon zijn experimenten in de vroege jaren zeventig met kartonnen meubilair. Deze Easy Edges schommelstoel bestaat uit 50 platen golfkarton die in bochten zijn geduwd en verlijmd tot één golvende zitconstructie.

De kopregel over de speelsheid van stoelen is van Verner Panton, een buitenbeentje van het Deense design. Na een paar jaar bij het architectenbureau van Arne Jacobsen, vertrok Panton met een Volkswagen busje om door Europa te flierefluiten. Dat ‘sabatical’ bracht hem op het idee voor de avontuurlijke S-Chair en deze Relaxer, een afneembare zitting van schuimrubber op twee halve manen van mahonie.

• De schommelstoel van Michael Thonet  (1796-1871) bleef ruim een eeuw in de mode. Het sierlijke stoel uit 1860 was opgebouwd uit elementen van gebogen hout. Vanuit de catalogus konden verschillende varianten worden samengesteld.