we LOVE green
Nederlanders houden van dingen die werken (althans dat is lang zo geweest). De meest dienstbare producten zijn vaak helder vormgegeven: zoals deze Gilde-glazen.
Dit tijdloze icoon werd in 1930 door Andries Copier ontworpen: sterk aangespoord door 't Modernistische ideaal van deugdelijk vormgegeven gebruiksvoorwerpen. Omdat Glasfabriek Leerdam het product nog niet in hoge aantallen mechanisch kon maken, duurde het nog 25 jaar voordat het Gilde-glas écht een breed publiek bereikte. In 1958 explodeerde de vraag en liep de productie met 1 miljoen exemplaren achter.
Andries Copier (1901 - 1991) was bijna zijn hele werkzame leven aan Glasfabriek Leerdam verbonden. Dat begon al op zijn 13de, toen hij als glasetser in de fabriek aan het werk ging. Zijn tekentalent viel op bij directeur, P.M. Cochius die Copier naar de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen (nu Willem de Kooning) in Rotterdam stuurde. Na die studie experimenteerde Copier aanvankelijk met elegante en organische vormen, zoals in deze witte wijn glazen uit het servies 'Romanda' (1924). Dit vroege werk viel in de prijzen op de Wereldtentoonstelling van Parijs (1925) en Antwerpen (1930).
Alle decoratieve tendenzen verdwenen door een bezoek aan de Weissenhoffsiedlung in 1927; een architectuurtentoonstelling van het Nieuwe Bouwen waar architecten als Le Corbusier, Mies van de Rohe, Mart Stam en J.J.P. Oud probeerden de leefkwaliteit van de gewone man te verbeteren, met modern vormgegeven woningen. Vanaf dat moment legde Copier zich meer en meer toe op 'pure' geometrische vormen: bol, kubus en cilinder.
Copier gebruikte die ongedecoreerde beeldtaal met de bedoeling om het artistieke niveau van gebruiksglas te verhogen. Hij werd sterk geleid door het idee dat ook de gewone man recht had op mooie, deugdelijke producten. In dit klimaat werkte Copier aan een serie vazen en serviezen, waarin in 1930 het Gildeglas ontstond. Dit werd in samenwerking met de Vereeniging van Nederlandsche Wijnhandelaars – het gilde ontwikkeld.