Thonet-variaties
Bijna iedereen herkent de Thonet no 14. Dit ontwerp van Michael Thonet uit 1859: 6 onderdelen van gebogen hout bij elkaar gehouden door zes schroeven en twee bouten, kon niet alleen foutloos in enorme aantallen worden geproduceerd, maar introduceerde ook een eerlijke, ongedecoreerde vormentaal in een tijdperk waarin meubels letterlijk bol stonden van monumentale ornamenten en historiserende decoraties.
De elegante contouren van het stoeltje worden gedicteerd door het productie-proces. Na jaren experimenteren kwam Michael Thonet tot een werkbare methode waarbij beuken latten met hete stoom in gietijzeren mallen in een gebogen vorm werden geperst. Volgens architecten zoals Le Corbusier en ontwerpers als Jasper Morisson is het één van de meest perfecte product-ontwerpen ooit.
Tijdens de spraakmakende 'Weissenhofsiedlung'in Stuttgart van 1927, de eerste grote expositie van Modernistische bouwkunst, pasten zowel Le Corbusier als Mart Stam de elegante Thonet 209 in hun interieurs toe. Daarna kwamen beide architecten met eigen stoelontwerpen in stalen buis. Mart Stam, de uitvinder van de achterpootloze buisstoel, wilde een 'gebruiksmeubel' maken, meer dan een 'architecten-meubel', dat zich niets van zijn omgeving aantrok'. Ook Stam's ontwerp zou bij Thonet in productie worden genomen.
Het Modernisme ontwikkelt zich in Nederland als een toekomstgerichte-en licht utopische stroming, die in de na-oorlogse periode a-historische trekjes aanneemt. Pas in de jaren negentig staat er weer een generatie op die voor inspiratie weer terug in de design-geschiedenis durft te gaan.'Where there is smoke' was een rigoreuze afrekening met het canon van de design-geschiedenis. Voor zijn eindexamen-expositie van 2002 stak Maarten Baas (1978) bijna alle iconen van van de 20e eeuw in brand. Rietveld's 'rood-blauwe fauteuil', Mackintosh 'Hill House' ladderstoel en de Eames' LCW werden zwartgeblakerd en in epoxy gedoopt. Natuurlijk moest ook 'Thonet no.14' eraan geloven.
De vraag 'waarom een nieuwe stoel bedenken, terwijl er al zoveel bestaan?' werd door Sjoerd Vroonland (1985) lichtvoetiger opgepakt. Zijn 'Extension Chair' van 2010 combineert het onderstel van de Thonet café-stoel met een rugleuning van gemengde komaf. De gedraaide stijlen tonen verwantschap met de Windsor, het Engelse oertype. Maar in de gedraaide knoppen herkennen we ook de 'Knopstoel' een Hollands archetype die in allerlei regionale varianten vanaf de 12 eeuw tot in de jaren tachtig het beeld van vele Nederlandse eetkamers bepaalde.